Spaanse politiek op scherp in fel debat tussen Sánchez en Feijóo over meldingen seksuele intimidatie
In dit artikel:
Aan het einde van het jaar escaleert de politieke strijd in Madrid nadat tijdens het laatste vragenuurtje in het Congres premier Pedro Sánchez en oppositieleider Alberto Núñez Feijóo fel tegenover elkaar kwamen te staan over nieuwe meldingen van seksuele intimidatie binnen de regeringspartij PSOE. De kwestie speelt zowel in het parlement als binnen de partij zelf en wordt aangevochten tegen een achtergrond van lopende corruptiezaken.
De onrust begon nadat meerdere vrouwen naar voren kwamen met beschuldigingen tegen figuren dicht bij de PSOE. Eerst ging het om Francisco Salazar, een voormalig adviseur op het regeringscomplex Moncloa, die door meerdere medewerksters wordt genoemd voor ongewenst gedrag en seksueel getinte opmerkingen. Kort daarna deden zes vrouwen aangifte tegen José Tomé, een invloedrijke regionale politicus in Galicië, wegens ongepaste opmerkingen en ongewenste aanrakingen. Die opeenstapeling van meldingen voedde binnen de partij de kritiek dat er mogelijk een cultuurprobleem bestaat.
In het parlement beschuldigde Feijóo Sánchez ervan misstanden binnen zijn partij te bagatelliseren en zich te omringen met vertrouwelingen die later in schandalen belandden. Sánchez ontkende deze aantijgingen en zei dat de PSOE ingrijpt bij meldingen van grensoverschrijdend gedrag. Hij wees bovendien de oppositiepartijen PP en extreemrechts Vox erop dat zij het probleem van geweld tegen vrouwen ontkennen of minimaliseren. De discussie raakte ook de solo sí es sí-wet, die uitgaat van expliciete toestemming bij seksuele contacten.
De PP zelf is niet ongeschonden: eerdere en meer recente gevallen van grensoverschrijdend gedrag binnen die partij — zoals het bekende dossier rond Nevenka Fernández (waarover in 2021 een documentaire op Netflix verscheen) en klachten tegen lokale bestuurders in Algeciras en Estepona — illustreren dat dit geen partijgebonden probleem is.
De affaire komt bovenop andere schandalen rond Sánchez’ omgeving, waaronder onderzoeken naar voormalig minister José Luis Ábalos, partijsecretaris Santos Cerdán en Koldo García. De oppositie ziet hierin een patroon en eist steeds nadrukkelijker vervroegde verkiezingen. Sánchez houdt tegen dat de regering economische vooruitgang boekt — meer groei en banen — en benadrukt verwezenlijkingen als hogere minimumlonen, aan inflation gekoppelde pensioenen en nieuwe gelijkheidswetgeving.
Het resultaat is een gespannen politieke sfeer in Madrid, waarin de opeenstapeling van intimidatieclaims en corruptiebeschuldigingen de verhoudingen verscherpt en de stabiliteit van de huidige coalitie onder druk zet.