Waarom zoveel dorpen in Spanje 'de la Frontera' heten

zondag, 7 september 2025 (10:48) - InSpanje

In dit artikel:

In Zuid-Spanje, vooral in Andalusië, dragen veel plaatsen zoals Jerez, Arcos, Vejer en Chiclana het achtervoegsel "de la Frontera" — letterlijk "van de grens". Die namen verwijzen niet naar een moderne landsgrens, maar naar hun rol als grensplaatsen tijdens de lange scheiding tussen islamitische en christelijke machtsblokken op het Iberisch Schiereiland. Nadat Moren in 711 vanuit Noord-Afrika grote delen van het schiereiland veroverden, ontstond tussen de 8e en 15e eeuw de bewegende frontlinie van de Reconquista. De dorpen "de la Frontera" lagen in die periode letterlijk op die grenslijn.

Veel van deze nederzettingen waren versterkte burchten op heuvels of rotsen, met kastelen, stadsmuren en wachttorens om strategisch terrein te controleren en aanvallen af te slaan. Voorbeelden zijn het Castillo de Arcos en de ommuurde kern van Vejer, waar het verdedigingsontwerp nog altijd het silhouet bepaalt. Tegelijk waren deze grensplaatsen plekken van intensieve uitwisseling: handel, ambacht en architectuur weerspiegelden zowel christelijke als islamitische invloeden. De typische "witte dorpen" met patio’s, smalle kronkelstraatjes en Moorse esthetiek getuigen van die eeuwenlange culturele interactie.

Toen in 1492 het Nasriden-koninkrijk Granada viel en de Reconquista werd voltooid, vervielen de militaire grenzen, maar de naam "de la Frontera" bleef bewaard. Voor bewoners is die toevoeging vaak een historisch herkenningspunt en een bron van lokale trots; voor bezoekers versterkt het de aantrekkingskracht van dorpen die niet alleen pittoresk zijn, maar ook een verhaal dragen van conflict en dialoog. Vandaag lees je die geschiedenis terug in de woordkeuze, de monumenten en de stadsbeelden: "de la Frontera" fungeert als levend geheugen van een periode waarin grenzen zowel scheidden als verbond.